Dé Chinese keuken bestaat niet. Je hebt wel een waaier aan streekgebonden varianten.

Allemaal zijn ze gebaseerd op vijf smaken: zoet, zout, pikant, bitter en zuur (of zuurachtig), en spelen ze met kleuren, vormen en texturen. Een festival in je mond!

Beide! Sommige voedingsmiddelen worden beschouwd als vrouwelijk, zacht, vochtig, week, koud en dus verfrissend: dat is yin. Andere als mannelijk, droog, gebakken, hard, pikant of op basis van vlees, warm en dus oppeppend: dat is yang. Een hele filosofie!

Een Chinees recept herken je meteen aan de typische ingrediënten: gedroogde paddestoelen, bamboescheuten, sojasaus, oestersaus, sesam... Een aparte wereld.

In een subtiele dosis maken ze ieder gerecht verrukkelijk: gember, vijfkruidenmengsel (anijspeper, kruidnagel, kaneel, steranijs en venkel) en uiteraard curry (mengsel van kurkuma, gember, komijn, mosterd, laurier ...). Heerlijk!